Pensioen
Het opbouwen van een goed pensioen wordt steeds belangrijker. We worden gemiddeld ouder en zijn ook op hogere leeftijd fitter. Veel mensen bouwen een pensioen op bij een werkgever maar zeker niet iedereen. Vaak is pensioenopbouw geregeld binnen een CAO maar niet iedereen valt onder een CAO. Tevens zijn er tussen pensioenfondsen onderling grote verschillen. Hieronder geef ik uitleg waar er pensioen wordt opgebouwd en welke systemen er zijn. Wat zijn de voor- en nadelen van die systemen en wat zijn aandachtspunten. Daarnaast zijn er een aantal redenen te benoemen waardoor de opbouw van je pensioen niet (meer) optimaal is. Wat kun je er (nog) aan doen en hoe krijg je overzicht.
Bedrijfstak pensioenfonds
Werk je bijvoorbeeld in de zorg, de bouw of in de metaalsector dan bouw je
pensioen op bij een bedrijfstakpensioenfonds. Zo zijn er een heel aantal
bedrijfstakken te benoemen. Ga je bij een andere werkgever werken maar binnen
dezelfde bedrijfstak blijf je dus pensioen opbouwen bij hetzelfde
pensioenfonds. Als je nieuwe werkgever krijgt binnen een andere bedrijfstak zal
je pensioenuitvoerder dus ook veranderen. Je opgebouwde pensioen bij je vorige
werkgever kan daar blijven staan voor later of is mee te verhuizen naar je
nieuwe pensioenuitvoerder. Dat heet pensioenoverdracht en onder welke
voorwaarden dat gebeurd is wettelijk geregeld.
Door de verschillen tussen pensioenfondsen is er bij wijziging van werkgever
wel wat aandacht gevraagd voor het pensioen. Je kan voor een nieuwe werkgever
kiezen omdat je daar een paar honderd euro meer gaat verdienen maar die kunnen
totaal verdampen als je eigen bijdrage voor het pensioen daar veel hoger is of
dat je veel minder pensioen zal kunnen opbouwen. Daarnaast kan de impact heel groot
zijn voor het nabestaandenpensioen. Dat is een niet te onderschatten probleem. Verderop
licht ik de diverse pensioenproblemen nog toe.
Meer voorbeelden van bedrijfstakpensioenfondsen zijn; Ambtenaren (ABP), vervoer, wonen, bakkers, detailhandel, horeca en nog veel meer.
Ondernemingspensioenfonds
Een aantal grote ondernemingen hebben hun eigen pensioenfonds. Dit zie je bij o.a. banken en verzekeraars en grote bedrijven zoals KPN, NS en Philips. Vertrek je bij dat bedrijf dan bouw je in de toekomst ook pensioen op bij een ander pensioenfonds of verzekeraar. Je opgebouwde pensioen bij je vorige werkgever kan daar blijven staan voor later of is mee te verhuizen naar je nieuwe pensioenuitvoerder. De hierboven beschreven problemen bij verandering van werkgever spelen hier zeker ook.
Meer voorbeelden van ondernemingspensioenfondsen zijn; Unilever, Vopak, Grolsche bierbrouwerij, Reaal, RABO en nog veel meer.
Werkgevers met een eigen regeling
Er zijn veel werkgevers zonder CAO en daarom niet onder een verplicht pensioenfonds vallen. Veel van die werkgevers hebben zelf bij een verzekeraar een pensioenregeling getroffen voor het personeel. Hier zijn de verschillen misschien nog wel veel groter tussen de diverse regelingen. Doordat iedere werkgever het individueel kan bepalen wat er wel of niet geregeld moet zijn gaat het er vooral om wat de werkgever er voor over heeft. Oftewel, wat mag het kosten? Bij deze werkgevers komen alle drie de hierna besproken pensioensystemen voor.
3 pensioensystemen
Uitkeringsovereenkomst
Het uitgangspunt voor deze regeling is toewerken naar de hoogte van de pensioenuitkering per jaar. De afspraak binnen de regeling is ieder jaar een percentage van het huidige inkomen op te bouwen voor het pensioen.
Als je 1,75% per jaar pensioen opbouwt heb je na 40 jaar 70% van je inkomen opgebouwd.
40 x 1,75% = 70%. De werkelijke berekening is wat ingewikkelder i.v.m. AOW rechten maar hier komt het simpel uitgelegd op neer.
De werkgever legt, samen met een eventuele eigen bijdrage van de werknemer, voldoende premie per maand in om dit pensioen straks te kunnen bekostigen. Voordeel van dit systeem is dat het redelijk zeker is wat je straks aan pensioen uitgekeerd krijgt. Toch hebben we sinds een paar jaar te maken met (mogelijke) kortingen op het pensioen door de extreem lage rente van de laatste jaren.
Kapitaalovereenkomst
Het uitgangspunt voor deze regeling is toewerken naar de
hoogte van een kapitaal op pensioendatum. Afhankelijk van de hoogte van je
inkomen wordt toegewerkt naar een kapitaal op pensioendatum waarvoor een
uitkering per maand moet worden aangekocht. De werkgever legt, samen met een
eventuele eigen bijdrage van de werknemer, voldoende premie per maand in om dit
kapitaal op einddatum te bereiken. In de basis prima maar er een groot nadeel
(wat mogelijk ook voordelig kan uitvallen) omdat je niet zeker weet wat je aan
uitkering per maand gaat krijgen. Op pensioendatum zet je namelijk het gehele
pensioenkapitaal bij een verzekeraar neer tegen de dan geldende rente. Als de
rente erg laag is zoals de laatste jaren krijg je een veel lagere uitkering dan
eerder voorzien was. Mocht je nu op deze wijze pensioen opbouwen en op het
moment van pensioen is de rente erg hoog kan het dus ook voordelig zijn en is
je uitkering mogelijk hoger dan gepland. Toch een enigszins onzekere situatie.
Beschikbare premie regeling
Het uitgangspunt voor deze regeling is de hoogte van de premie per maand die de werkgever heeft toegezegd in de overeenkomst. Ook hier eventueel met eigen bijdrage van de werknemer. Deze premie wordt belegd in beleggingsfondsen met vaak keuzemogelijkheden afhankelijk van hoeveel risico je wilt lopen bij het beleggen. Wil je meer sparen of juist meer in aandelen beleggen? Vaak is dat individueel te bepalen. Wat onzekerheid geeft over de uiteindelijke uitkering is dat vooraf niet duidelijk is wat het rendement is tijdens de gehele opbouwfase. Daarnaast is de volgende onzekerheid welke maandelijkse uitkering kan worden aangekocht want die weer afhankelijk van de hoogte van de rente op pensioendatum. Rendement tijdens de opbouwfase en op pensioendatum kunnen natuurlijk ook goed uitpakken maar ook hier toch een onzekere situatie.
Redenen waarom het pensioen tegen kan vallen.
Een matige opbouw binnen het pensioenfonds.
Er zit een maximum aan hoeveel je per jaar aan pensioen mag opbouwen. Lang niet elke pensioenregeling voldoet ook aan dat maximum. De opbouw kan daardoor een stuk lager liggen dan voor een goed pensioen nodig kan zijn.
Verschillende werkgevers door de jaren heen.
Als je van werkgever wisselt kan het zijn dat je in een andere pensioenregeling terechtkomt. Dat hoeft geen probleem te zijn maar is het vaak wel. Dat geldt niet alleen voor de pensioenopbouw zelf maar zeker ook voor het partner pensioen. Het pensioen voor nabestaanden kan na vroegtijdig overlijden van de pensioengerechtigde behoorlijk tegenvallen na wisseling van werkgever. Dat komt omdat bij heel veel pensioenfondsen er voor de partner alleen maar rekening wordt gehouden met het nog op te bouwen pensioen in de toekomst. Stel dat je op leeftijd 48 van baan veranderd en in een andere regeling valt is er alleen nog partnerpensioen voor de opbouw over de resterende 20 jaar tot pensioendatum.
Beleggersrisico’s
Bij de vormen van een kapitaalovereenkomst en een premieovereenkomst bestaat er onzekerheid over de hoogte van het uiteindelijke pensioen. Op je overzicht op de site www.mijnpensioenoverzicht.nl kun je dergelijke regelingen herkennen aan de term indicatief pensioen.
Echtscheiding
Na een echtscheiding (huwelijk of geregistreerd partnerschap) krijg je in principe te maken met de Wet Pensioenverevening bij Echtscheiding. De wet geeft veel rechten aan de ex-partner. Zo wordt de helft van het opgebouwde pensioen tijdens de huwelijkse periode aan de ex-partner toebedeeld. Daarnaast kan het zijn dat er ook een waarde is opgebouwd voor het partnerpensioen. Deze eventuele waarde wordt volledig toebedeeld aan de ex-partner. De wet geeft wel ruimte om hier andere afspraken over te maken maar dit is de basis. De uitwerking hiervan is dat het pensioen dus behoorlijk lager kan uitvallen.
Actie ondernemen?
Voor je pensioen had je een bepaalde levensstandaard. Kun je die voortzetten nadat je met pensioen bent gegaan?
Of je echt een optimaal pensioen nodig hebt hangt af van je persoonlijke situatie. Het kan zijn dat je voldoende spaargeld hebt of een eigen huis zonder, of met een hele lage hypotheek. Dan kan wonen steeds goedkoper worden in tegenstelling tot wonen in een huurhuis. Daarvan loopt de maandelijkse last vaak in rap tempo op.
Mocht je tot de conclusie komen dat je een pensioenprobleem hebt, kun je daar dan nog wat aan doen. Dat kan zeker als je daar de middelen voor hebt. En hoe eerder je daarmee begint hoe betaalbaarder het is. Stel het dus niet uit. Je kan natuurlijk sparen of beleggen. Heb je een eigen huis met een hypotheek is het ook een optie daar extra op af te lossen maar dat is zeker niet de juiste oplossing voor iedereen. Er zijn ook een fiscaal vriendelijke regeling mogelijk zoals lijfrente. Wat voor jouw de beste oplossing is? Dat is afhankelijk van je persoonlijke situatie en je wensen. Mocht je hulp nodig hebben om dit te onderzoeken, kan ik je daarbij uiteraard helpen.